Hoe Carmen van het podium viel
De leukste reacties na het lustrumconcert kwamen van mijn familie en vrienden. Dat ze het zo tof vonden om te zien hoe ik stond te genieten tijdens het concert. Wij allemaal hoor trouwens. Dat onderscheidt ons ook echt van andere koren, we stralen uit dat we het naar ons zin hebben als we samen muziek maken. En dat is toch ook heerlijk, waarom doe je het anders?
Maar geloof me, ik was ook echt wel zenuwachtig voor het lustrumconcert. Juist omdat er familie en vrienden in de zaal zaten die al hun ogen op jou gericht hebben. Wat dat betreft is het toch makkelijker om op een random korenfestival in een uithoek te zingen. Gek trouwens dat die zenuwen toch niet echt op je stem slaan, in tegenstelling tot wanneer ik bijvoorbeeld een presentatie op de uni moet geven. En alles kwam ook gewoon goed; behalve dat we het zo naar ons zin hebben gehad klonken we ook nog eens fantastisch.
Optredens zijn bij mij weleens minder succesvol gegaan. Mijn eerste podiumervaringen waren met de klassieke balletuitvoeringen waar ik bijna 10 jaar lang op zat. Momenteel sla ik de pirouetten even over, maar 20 jaar geleden kroop ik voor het eerst over het podium als zogenaamde babydoll. Onze balletjuf bedacht altijd de meest fantastische verhalen waarin elke groep een bepaalde rol had. Zo ben ik ook piraat, konijn, waterlelie en Mexicaan geweest. Ik vond het dansen echt leuk hoor, maar ik ben toch zo slecht in het onthouden van de pasjes! Als je tijdens zo’n voorstelling een waterlelie de verkeerde kant op zag draaien dan was ik dat waarschijnlijk. Het onthouden van teksten is trouwens ook niet mijn sterkste punt, haha.
In diezelfde tijd trad ik ook weleens op bij de muziekavonden van mijn pianojuf. Dat was een stuk gemakkelijker omdat ik dan gewoon de bladmuziek erbij mocht houden. Ergens vind ik dat overigens toch wel jammer, dat ik zo gebonden ben geworden aan de bladmuziek. Misschien moet ik af en toe die foute nootjes gewoon durven spelen. Dit doen we met Onomatopee trouwens ook, af en toe hup, bladmuziek weg, en dan blijkt dat je prima zonder kan.
Mijn meest traumatische podiumervaring was in groep 7. Ik was een buitenaards wezen (een rondbuik om precies te zijn) en we kwamen al rondjes dansend het podium op. Maar het podium was niet zo groot en dat heb ik geweten. Ik stapte ernaast. Gelukkig overleefde het zelfgemaakte decor het redelijk, maar mijn imago was natuurlijk helemaal naar de gallemiezen. En dan moesten we in groep 8 weer.. Dit keer ging het over de bekende verleidster “Carmen” (ja ja…), waarbij we zowaar echte liedjes zongen. Super spannend. We deden zelfs iets met meerstemmigheid en ik was gelijk verkocht. Of het echt toen al goed klonk is een tweede natuurlijk.
Ondanks deze minder succesvolle podiumervaringen stond ik 6 jaar later (met dank aan Stephen, destijds mijn muziekdocent) aan het einde van de middelbare school met de rest van het groepje keihard te shinen op ons eindexamenconcert. En daarvoor waren we ook heus wel op de culturele avonden te vinden. Zelfs na de middelbare school kwamen we terug op het lustrumconcert van het Libanon Lyceum en nu ondersteunt Onomatopee nog regelmatig bij de nieuwe eindexamenconcerten. Nee, inmiddels is optreden echt heel plezierig geworden, ondanks wat gezonde zenuwen. In de schijnwerpers staan is heus stiekem wel leuk. Hoewel ik mijn tienerdroom om achtergrondzangeres te worden (á la “Gimme shelter” of “The great gig in the sky“) inmiddels wel heb laten varen – of iig eerst mijn studie afmaak – ben ik super blij met hoe we zo heerlijk muzikaal zijn met Onomatopee. Op naar de volgende concerten! Dat we na de zomervakantie weer heerlijk mogen shinen!
Ik nodig mijn mede-mezzosopraan José uit om het lustrumstukje van volgende maand te schrijven.